Mediawijsheid

Mediawijsheid: Hoe leer je de kinderen op een verstandige en respectvolle manier om te gaan met media?

Het is een taak van de school om kinderen voor te bereiden op de digitale wereld waarin wij momenteel leven. Hierbij zul je als leraar de mogelijkheden en valkuilen van de nieuwe media aan het licht moeten brengen. Zo heeft en zal sociale media een nog grotere en belangrijke rol krijgen in het leven van de nu opgroeiende kinderen. Maar ook het aanleren van vaardigheden om informatie te kunnen vinden kan heel erg bruikbaar zijn voor kinderen.

Kinderen groeien op in een digitale wereld en zullen ook veel van hun vrije tijd spenderen aan deze digitale wereld. Daarnaast biedt het internet ook veel functies. Zo kun je shoppen op het internet, maar ook werk vinden en ga zo maar door. Er is op het internet tegenwoordig dus al heel veel te vinden. Bijna alles staat op het internet. Alleen is het de truc om het op de juiste manier te zoeken en dus te vinden. Dit maakt het internet ook moeilijk voor kinderen, omdat er ook slechte kanten zitten aan het internet. Sociale media kan je eenzaam laten voelen, omdat al jouw digitale vrienden misschien niet jouw fysieke vrienden zijn. En een kleine fout kan al snel de grootste gevolgen hebben als het internet dit oppakt en jouw gemaakte fout misschien wel over de hele wereld is te zien. Alles wat op het internet komt, zal ook op het internet blijven. Waar iets vroeger als snel werd vergeten, zal dat nu voor altijd terug te vinden blijven.

Door de digitale wereld zal een kind ook andere kennis nodig hebben dan voorheen. Zo heb je geen richtingsgevoel meer nodig om de weg te vinden of een talenknobbel nodig om met Spanjaarden te kunnen communiceren.  Je kunt makkelijker contact leggen (Mediawijzer.net, 2014)

 

 

Het competentiemodel

Bovenstaande video laat al weten dat de wereld 180 graden aan het draaien is. Bijna de hele wereld draait om de virtuele wereld. Omdat dit een belangrijke speelt en gaat spelen in het leven van kinderen, heeft mediawijzer.net een competentiemodel ontwikkelt waarin 10 competenties op het gebied van mediawijsheid staan beschreven. Voor een leerkracht of school kan dit competentiemodel als houvast dienen om grip te krijgen op de vaardigheden die kinderen moeten kunnen. Onderstaande foto beschrijft de 10 competenties.  De competenties worden verdeeld over 4 subgroepen: begrip, gebruik, communicatie en strategie. Bij mediawijsheid wordt vaak alleen aandacht besteed aan het gebruik ervan. Echter is het aanleren van zoekstrategieën en begrip voor media minstens zo belangrijk. Leerkrachten benadrukken altijd het gevaar van sociale media, terwijl er ook heel veel positieve punten aan het internet zitten. 

Mediaopvoeding

Uit onderzoek is gebleken dat kinderen zich gaan identificeren met de personages van hun computerspel of televisieprogramma. Deze identificatie hoeft niet negatief uit te pakken, echter kunnen kinderen zich zelfs vereenzelvigen met hun held uit de digitale wereld. In hoeverre hebben deze helden op tv dan een goede invloed op het kind? De oplossing kan mediaopvoeding zijn. Hierbij wordt kinderen aangeleerd om kritisch te kijken naar de keuzes van media. Waardoor kinderen uiteindelijk zelf kunnen bepalen of een onderwerp of video wel geschikt is voor het kind. Hierbij is zelfbeheersing een belangrijke vaardigheid dat door kinderen verwacht wordt. Daarnaast zal door opvoeding van ouders en school ook voor kinderen duidelijk moeten worden waar de gevaren van het internet liggen. (Nikken, 2002)

Mediaopvoeding binnen de school

Een belangrijk vraagstuk betref mediawijsheid is: in hoeverre is de school verantwoordelijk voor het ontwikkelen van mediawijsheid binnen de school? Als school en leerkracht zul je wel tijd moeten besteden aan mediawijsheid. Echter zijn er verschillende perspectieven in mediawijsheid. Cyberpesten tussen leerlingen uit jouw groep zul je moeten bespreken, maar niet op de traditionele manier. Hierbij is het belangrijk om slachtoffers instructies te geven over hoe je jezelf kunt beschermen tegen cyberpesten (van Tuijl & Zijlstra, 2017)

Opvallend is echter dat literatuur de opvoeding van mediawijsheid heeft onderzocht als taak de opvoeders. Hierbij zijn er 3 regels die ouders kunnen gebruiken om hun kind te helpen bij het omgaan met media. Als eerste kun je duidelijke afspraken over de tijdsduur van mediagebruik en de selectie van wat er mag worden gekeken. Ten tweede kun je als ouders met je kind evalueren wat het heeft gezien op de televisie of op het internet. Dit door er over te praten. Hierbij is het belangrijk om het kind verschillende inzichten te geven op de waarde van wat het kind heeft gezien. Als laatste kan ook worden aangeraden om samen met het kind te kijken naar een tv programma of de handelingen op het internet om er vervolgens over in gesprek te gaan. Nikken (2002)

 

Bovenstaande handelingen zijn sterk op de opvoeding door ouders gericht, maar kunnen ook in de klas worden ingezet. Dit door de leerlingen zelf een filmpje op te laten zetten in de pauze waar wel randvoorwaarden aan zitten. En hier vervolgens over in gesprek te gaan. De bovenstaande stappen kunnen dus ook in de klas worden ingezet. 

Mediawijsheid programma's 

Er komen steeds meer lesmaterialen op het gebied van mediawijsheid op het internet te staan. Hieronder zijn een aantal van deze mediawijsheid programma's verder toegelicht.

Beeldkraken

Binnen het huidige onderwijs is er weinig tijd en geld voor nieuwe lesmethodes. Dankzij Beeldkraken hoeft mediaopvoeding geen duur onderwijsaanbod te zijn. Het is namelijk een gratis website bestaande uit verschillende materialen waarin mediaopvoeding centraal staat. SLO geeft aan dat beeldkraken een lesmethode is dat kan worden verstaan onder 'mediawijsheid'. Echter gaat Beeldkraken vooral om het kritisch kijken naar beeldcultuur. Zo bestaan veel lessen over het bespreken van schilderijen. Je kunt je dus afvragen in hoeverre dit ook daadwerkelijk een link heeft met mediawijsheid. 

 

Databaas 2.0

Dit is een project dat bestaat uit 4 lessen van een uur. De nadruk ligt hierbij vooral op de privacy van kinderen op het internet. De methode is vooral ontwikkeld voor de bovenbouw groepen en bevat 4 verschillende versies. Zo weet je zeker dat één van de versies aansluit bij jouw groep. De leerlingen nemen naast de lessen op school ook opdrachten mee nar huis. De leerlingen krijgen dus ook huiswerk.  Aan het begin van iedere les wordt dit huiswerk ook besproken. De vraag is of huiswerk wel aan te raden valt. Echter zal huiswerk wel zorgen voor extra serieusheid. Waardoor de leeropbrengsten mogelijk ook groter zijn. Dit project kun je binnen 4 lessen afwerken. In hoeverre dit dus een leerzaam project kan zijn is moeilijk te bepalen. 

 

Kids week

Kids week ken je hoogstwaarschijnlijk al van de kinderkranten die binnen de muren van vele basisscholen aanwezig zijn. Ook zij bieden via hun website mediawijsheid training aan. Het pluspunt van deze training is dat iedere aansluit bij één van de competenties die mediawijzer.net heeft ontwikkeld. Iedere maand wordt er een nieuwe les klaargezet. In een les kunnen leerlingen ondermeer leren hoe betrouwbaar informatie op het internet is, hoe je om moet gaan met social media en worden onderwerpen als pesten via Whatsapp behandeld. Het nadeel aan Kids week is dat het niet gratis is. 

 

Negatief wordt positief

We kunnen het mediagebruik ook van een andere kant bekijken. Volgens de inhibitietheorie werk het mediagebruik juist averechts. Het zien van geweld en ander ongewenst gedrag in films, en televisieprogramma’s zou juist moeten leiden tot minder agressief gedrag van de kijker. Hierbij gaan ze er van uit dat kinderen zich afkeren tegen het ongewenste gedrag dat zich afspeelt in de media. Er is hier dan sprake van een reactance- effect.

Ondanks de inhibitietheorie zijn er veel meer theorieën die aanduiden dat geweld zien ook tot geweld kan lijden. Daarnaast kunnen beelden op het internet ook het dagelijks leven van kinderen beïnvloeden. Een enge film op televisie of enge foto's op het internet kunnen zorgen voor angst. Deze beelden kunnen leerlingen nog niet plaatsen omdat ze de beelden niet begrijpen. Je zou dan kunnen stellen dat deze desbetreffende beelden niet aansluiting bij de ontwikkelingsleeftijd van het kind. 

Niet ieder is even beïnvloedbaar door mediageweld. De volgende doelgroepen zijn volgens onderzoek het meeste beïnvloedbaar voor mediageweld:

  • jongere kinderen, deze jonge kinderen vinden het lastig om de beelden in een context te plaatsen
  • jongens, deze doelgroep heeft uit zichzelf al een hogere voorkeur voor geweld. Ook angst is minder aanwezig bij jongens
  • kinderen die houden van geweld, deze doelgroep vind superhelden vaak helemaal te gek en vinden het ook gaaf om geweld op televisie te zien.
  • minder vaardige kinderen, kinderen die cognitief minder sterk zijn vinden het vaak ook moeilijk om afstand te nemen van geweld.

 

Passend onderwijs

Het passende onderwijs moet aansluiten op de onderwijsbehoefte van alle kinderen in de klas. Op het gebied van mediawijsheid zul je naar verwachting ook veel klassikaal kunnen behandelen. De digitale wereld kan voor kinderen soms nog ingewikkeld zijn, maar reuze interessant. De meeste kinderen zullen thuis al in de gaten worden gehouden wanneer ze zich in de digitale wereld bevinden. Echter zullen er ook kinderen zijn die hier alle ruimte voor krijgen van ouders. Deze kinderen zullen in het huidige passende onderwijs extra begeleiding nodig hebben. Deze extra begeleiding kun je geven door met de leerlingen een website te gaan maken waarbij de nadruk wordt gelegd op de gevaren van het internet bijvoorbeeld. Het is dus belangrijk om goed te kijken naar de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen uit de groep. 

Maak jouw eigen website met JouwWeb